Mokume-gane is een oude Japanse smeedtechniek die haar naam dankt aan haar uiterlijk: mokume betekent houtnerf en gane metaal. Het is een versieringstechniek die niet vaak in de edelsmeedkunst wordt toegepast omdat zij erg arbeidsintensief is.
Itame-gane is houtnerf met ogen, terwijl masame-gane evenwijdige lijnen betekent.
Bij het maken van mokume worden verschillende lagen non-ferrometaal, zoals goud, platina, koper, zilver, shakudo of shibuichi (legering van 25% zilver en 75% koper) gebruikt. Door middel van temperatuur (oven of vlam) en druk (door middel van een klem) worden deze lagen metaal aan elkaar gesmolten (welproces) tot een groot blok mokume.
Door diverse bewerkingen zoals boren, frezen, vijlen, etsen, afwisselend met het dunner smeden van het blok mokume ontstaan er aan de oppervlakte van dit metaal patronen die de indruk geven van een in de natuur ontstaan metaal.
De lijnen en patronen in het oppervlak van het metaal hebben een sterk organisch karakter.
(tekst Wikipedia)